De geschiedenis van de kerstboom
Zodra de Sint het land uit is halen veel Nederlanders een kerstboom in huis. Zo gaat het al jaren. Maar waar komt deze traditie eigenlijk vandaan?
Joel
Voordat het Christendom in Europa de gangbare religie werd vierden de Germaanse stammen eind december zogenaamde joelfeesten. Deze feesten waren ter ere van het feit dat de langste winternacht voorbij was. In Scandinavische talen heet kerstmis ook nog steeds jul (spreek uit: joel). Bij de joelfeesten was het gebruik om bomen in huis te plaatsen en vreugdevuren van hout te stoken.
Andere goden
Ook in andere streken werden feesten gevierd rond eind december. Zo hielden de Romeinen op 21 december een feest ter ere van hun god Saturnus en vierden de Perzen de geboorte van hun god Mithra op 25 december. Waarschijnlijk werden al deze vieringen gecombineerd in het kerstfeest en toen het Christendom de leidende godsdienst werd, bepaalde men de geboorte van Christus op 25 december.
Appeltjes en lichtjes
De eerste christelijke machthebbers in Noord-Europa zagen in dat de heidense rituelen niet zomaar verbannen konden worden. Dus gaven ze het gebruik van bomen in huis een plaats binnen de christelijke cultuur. De kerstbomen werden voortaan voorzien van appels, als verwijzing naar de boom uit het bijbelse verhaal van Adam en Eva. Deze appels werden uiteindelijk de huidige kerstballen! Het gebruik van kaarsen – of tegenwoordig elektrische verlichting – gaat waarschijnlijk terug tot kerkhervormer Maarten Luther. Die zou de kerstboom voor het eerst met kaarsjes hebben versierd rond 1530.
Meer kerstboom weetjes
- Vroeger was het gebruikelijk om de kerstboom pas op kerstavond (24 december) op te tuigen;
- Anders dan in het bekende kerstliedje een kerstboom meestal geen dennenboom maar een (Nordmann-)spar;
- De kerstboom moet officieel blijven staan tot na Driekoningen, wat op 6 januari is. Volgens het geloof zou het afbreken van de kerstboom vóór Driekoningen ongeluk brengen.
- Moet u snotteren van een kerstboom? Dan bent u wellicht allergisch voor het hars in de naaldboom;