Eikenprocessierups: voor ons een plaag, maar lekker hapje voor vogels
Wéér een bericht over eikenprocessierupsen? Je zou er jeuk van krijgen! Zelden houdt een onopvallende bruine vlinder Nederland zo bezig. De rupsen hebben brandharen die hevige jeuk opleveren. Maar er is goed nieuws, want vogels hebben de rupsen nu ook ontdekt als lekker hapje. Als we deze gevederde vrienden een beetje helpen, zijn ze een uitstekende bondgenoot in het bestrijden van rupsenplagen.
De eikenprocessierups is maar een bescheiden nachtvlindertje. Als rups klontert het diertje samen op eikenbomen in een soort zakken als verdediging tegen hun natuurlijke vijanden. Daarbij hebben ze via de evolutie ook nog een extra verdigingslinie ontwikkeld: een beharing die met name bij zoogdieren huidirritatie veroorzaakt. De rups is al sinds de 19de eeuw een probleem, omdat mensen last hebben van de kleine haartjes. De afgelopen jaren is de hoeveelheid overlast die mensen ervaren van de brandharen van de rupsen toegenomen. Gemeenten spannen zich al decennia in om te vuur en te zwaard de eikenprocessierups te bestrijden. Bestrijding gebeurt met chemische (gif) en biologische middelen (zoals aaltjes). Of met flinke stofzuigers. Duur werk dat bovendien voor een flinke extra schade zorgt, want met name de chemische en biologische bestrijding doodt ook alle andere rupsen in de (vaak juist heel soortenrijke) eikenbomen. Gif is het slechtst. Het opzuigen is de minst slechte optie, maar dat gaat relatief traag. Beter is het om, preventief, in soortenrijkdom te investeren en alleen daar te bestrijden waar het echt niet anders kan.
Koolmees voert eikenprocessierupsen aan jongen (Bron: Silvia Hellingman/Nature Today)
Mezen, wespen en vleermuizen
Veel beter en goedkoper is het om de hulp van moeder natuur zelf te vragen. Biologen noemen dat gebruik maken van een ‘ecosysteemdienst’. Dus in plaats van te spuiten met gif, kijken hoe de natuur zelf om gaat met dit soort plagen en je af te vragen wat de natuurlijke vijanden zijn van het plaagdier. Heel ingewikkeld is dat in dit geval niet, want het is duidelijk dat rupsen voedsel zijn van andere dieren, met name vogels, vleermuizen en sluipwespen zijn er dol op! Deze dieren kunnen dus onze bondgenoot zijn in de strijd tegen de rupsenplaag. Hoe? Door te zorgen dat we tuinen en landschappen aanleggen waarin deze soorten zich thuis voelen. Aangezien bomen langs wegen niet oud mogen worden (takken zorgen dan voor gevaar) staan er slechts bomen met maar heel weinig nestgelegenheid voor vogels. Ter compensatie kunnen gemeenten zorgen voor grote aantallen nestkasten, waarmee je de holenbroedende rupsenverslinders helpt. Kool- en pimpelmezen, maar ook boomklevers, voeren hun jongen grote aantallen rupsen. En vleermuizen eten de vlinders. Sluipwespen leggen hun eitjes in het lichaam van een rups, waarna de wespenlarf de rups stukje bij beetje opeet. Allemaal handige weetjes, wanneer we de rups in toom willen houden!
Biodiversiteit helpt
Ook met je eigen tuin, balkon of straat kun je een bijdrage leveren aan het vergroten van de rijkdom aan dieren en planten. Hang een nestkast op, een vleermuiskast, een insectenhotel. Haal wat tegels eruit, plant een inheemse besdragende struik. En, heel belangrijk: Stop onmiddellijk met alle vormen van gif. Want gif verstoort de natuurlijke weerstand, het maakt bijvoorbeeld ook vogels dood, waarmee we onze bondgenoten in de strijd tegen de rups kwijtraken. Vogelbescherming heeft nog veel meer tips op Mijnvogeltuin.nl
Dit is een bewerking van een artikel van Vogelbescherming Nederland
Kijk ook op Processierups.nu voor meer informatie over eikenprocessierupsen