1. Home
  2. planten
  3. bomen en struiken
  4. Snoeien: dit moet je weten

Snoeien: dit moet je weten

Snoeien: dit moet je weten
0

Veel beginnende tuiniers kampen met de vraag hoe je moet snoeien. Angst om fouten te maken kan er nog wel eens toe leiden dat bomen of struiken verpieteren. Dat is zonde en onnodig, want wanneer je begrijpt waarom en hoe je snoeit, is het eigenlijk best eenvoudig. 
 

Waarom snoeien?

Een oud spreekwoord luidt: ‘snoeien doet groeien’. En daar is niets aan gelogen. Want door op het juiste moment te snoeien zorg je er voor dat een plant, struik of boom gestimuleerd wordt om nieuwe scheuten aan te maken, zodat hij voller wordt en of meer bloemen en vruchten aan gaat maken. Dit kan de reden zijn om te snoeien. Een andere reden kan zijn om de (uitgelopen) plant in een gewenste vorm (terug) te snoeien, bijvoorbeeld als een boom te veel licht wegneemt of als je een struik in een bepaalde vorm wilt snoeien. Nog een reden om te snoeien is een futloze boom of struik te verjongen en nieuwe energie te geven. Tot slot kun je ook snoeien om te oogsten, bijvoorbeeld zoals in vroeger tijden takken van wilgentenen werden geoogst voor vlechtwerk. Of denk aan hakhout voor het haardvuur. Wat ook de reden is om te snoeien, het is goed om een aantal basisprincipes te hanteren voor succesvolle snoei.

 

Gereedschap 

Wanneer je gaat snoeien is het eerste wat je moet doen is te zorgen voor het juiste gereedschap. Een snoeischaar of -tang voor twijgen, een handzaag voor takken en een beugelzagen of zelfs een motorzagen voor stammen. Ga je aan de slag met grassen of heggen, dan is een heggenschaar het aangewezen gereedschap. Zorg in alle gevallen dat je gereedschap goed scherp is en maak het voor de snoei even schoon, zodat je geen ziektes overbrengt in de snoeiwondjes. Maak je gereedschap ook altijd weer goed schoon wanneer je het (droog!) in de schuur opbergt.
 

 

Veiligheid bij het snoeien

Ook zeer belangrijk: de veiligheid. Ga niet stoer of nonchalant met je blote handen op een wankel keukentrapje die boom, struik of heg te lijf, want dat is vragen om ongelukken. Draag veiligheidshandschoenen, neem de tijd en hou – zeker bij het gebruik van zwaarder (gemotoriseerd) gereedschap de veiligheidsvoorschriften goed in acht. Bij veilig werken hoort ook ordentelijk werken. Zorg dus dat je bij grote snoeiklussen tussendoor telkens even het snoeihout uit je werkgebied verwijdert en op een hoop legt. Dat geeft overzicht en beschermt je tegen pijnlijke struikelpartijen, al dan niet met scherp gereedschap in je handen.
 

De basiskennis

Voordat je de schaar in een plant zet is het goed om even te kijken met wat voor soort struik of boom je te maken hebt. Je hoeft hiervoor geen uitgebreide plantkennis te hebben; gewoon even kijken hoe de plant groeit en je voorstellen hoe jonge scheuten zullen gaan groeien is meestal al voldoende. De meeste snoei vindt in de winter plaats, want dan is de plant in rust en is er in de rest van de tuin niet zo veel te doen. Begin altijd met het verwijderen van dood en beschadigd hout. Wanneer de takken kaal zijn kun je goed zien dat aan elke scheut een eindknop zit, met daaronder kleinere zijknoppen, ook wel ‘ogen’ genoemd. Belangrijk om te weten is dat het wegsnoeien van de eindknop (de dominante knop of ‘apex’) ervoor zorgt dat de knop(pen) daaronder gaat(gaan) uitlopen. Bij de meeste planten zitten de knoppen óf recht tegenover elkaar óf verspringend op de tak. Wanneer je snoeit, let er dan op dat je vlak boven (zo’n 1,5 cm) boven een oog snoeit. Bij planten met de knoppen tegenover elkaar snoei je de tak recht af, bij planten met verspringende knoppen knip je schuin naar de knop toe. Snoei je een tak die vastzit aan de stam, knip deze dan zo dicht mogelijk bij de stam af, zodat er geen stompje meer achterblijft.
 

Vuistregels

Elke plant is verschillend en sommige planten hebben een specifieke snoeibehandeling nodig. Er zijn planten die je ‘s winters helemaal terug kunt snoeien, zoals rozen, maar er zijn er ook die daar niet tegen kunnen en alleen een lichte snoei dulden. Toch zijn er wel wat vuistregels die gelden voor de meeste struiken en bomen:

 

  • snoei geen takken of stammen tijdens de bloei, maar altijd daarna in de herfst, winter of lente
  • uitgebloeide bloemen kun je wel tijdens de bloei verwijderen (toppen) voor langere bloei
  • snoei nooit wanneer het vriest; vrieskou zorgt dat de vochtige snoeiwondjes bevriezen en dat kan fataal zijn;
  • verwijder altijd eerst het dode en beschadigde hout, en neem daarna even afstand om de vorm te bekijken
  • snoei scheuten weg die naar binnen groeien
  • snoei de scheuten weg die het evenwicht in de vorm van de struik of boom verstoren
  • snoei jonge struikachtige planten altijd bij de basis, zodat ze een volle bos takken ontwikkelen (de beginsnoei)
  • snoei grotere (jonge) struiken terug tot 30-60 cm van de grond (onderhoudssnoei)
  • snoei oudere struiken in de gewenste vorm door scheuten te halveren
  • om futloze oudere struiken te verjongen kun je de oudere takken geheel verwijderen en de overige takken twee derde terugsnoeien (verjongingssnoei)  
  • geef bij zware snoei de boom of struik wat extra voeding, in de vorm van compost, mest of mulch

Planten die nauwelijks gesnoeid hoeven worden

Tot slot nog een handig lijstje voor tuiniers met weinig tijd of zin in de (leuke) snoeiklus. Want sommige struiken of bomen hebben nauwelijks onderhoudssnoei nodig en kunnen jarenlang gedijen zonder ingrepen. Naar onderstaande tuinfavorieten heb je dan ook haast geen ommekijken. Lekker makkelijk!

 

Bladverliezend

  • Japanse esdoorn (Acer palmatum)
  • Altheastruik (Hibiscus syriacus)
  • Beverboom (Magnolia)
  • Rhodondendron
  • Dwergmispel (Cotoneaster)

Groenblijvend

  • Sneeuwbal (Viburnum)
  • Amerikaanse hulst (Ilex opaca ‘Trisco’)
  • Japanse roos (Camelia)
  • Sierkers (Prunus)
  • Hemlockspar (Tsuga)
  • Japanse broodboom (Aucuna japonica)