Tuinierster Kristien Zuidland vond een vrijstaand huis met tuin in Friesland. Met veel enthousiasme vertelt ze over haar belevenissen in de tuin en haar liefde voor planten. Vandaag: mijmeringen op een novembermorgen.
Vanochtend vroeg – 05:45 uur – fietste ik naar station Steenwijk. Ik had de kipjes gevoerd, m’n lieve katten geaaid, lieve woordjes ingefluisterd en gevoed en een foto gemaakt van mijn uitzicht. Dat doe ik dagelijks.
Ooit las ik een verhaal van iemand die dagelijks tien nieuwe woorden weet te vinden voor zijn uitzicht dat al jaren onveranderlijk is. En toch, tien nieuwe woorden. Ik vind het mooi idee maar vond de woorden nog niet en legde mijn tijd hier vast in dagelijkse beelden. Misschien komen die woorden later nog.
Uit zicht
Het is nu nog mijn uitzicht. Ik verhuis, laat dit achter me en begin aan een nieuw avontuur. Mijn vertrouwde uitzicht raakt uit zicht.
Vaak kies ik, jachtig om de trein te halen, in de vroege ochtend, de kortste route maar vanochtend was ik vroeg en koos voor de weg dwars door de Weerribben via de Auken. Nu het nog kan.
Kou
Gelukkig had ik aan een muts gedacht en handschoenen, het was koud, nevelig en prachtig. “Stadsmensen weten niet wat kou is” meende mijn “va” zaliger als ik hem als kind vroeg me te brengen met ons Kevertje. Mijn vader was opgegroeid in buitengebied, ten oosten van Groningen, op het platteland.
Ik ben geboren binnen de stadmuren van de stad. Met de herinnering aan “va” in gedachten, trok ik de muts verder over mijn oren. En vergat de kou. Hij zou trots zijn geweest dat ik niet koos voor het Kevertje – inmiddels een VW Passat- maar voor de fiets.
Nr 16
Het is een ritje van ongeveer acht kilometer. Een half uurtje Puur Geluk.
Hazen huppelden voor me uit, een reetje kwam kijken naar al die drukte. De hond van nr 16 begroette me, hanen meldden dat de slaap lang genoeg geduurd had en ik kon nog net op tijd remmen voor overstekende families gans. Ik merkte dat ik vertraagde, ik wilde de ervaring nog even vasthouden. Dit moois, deze natuur, de stilte van de vroege ochtend, alleen onderbroken door overvliegende ganzen, gekraai en een enkele boehoe van een koe in de wei. Ik sla het op om dadelijk energiek aan mijn werkdag in Den haag te beginnen. Maar moet ook opschieten om de trein te halen.
Werkdag
In de trein liet ik mijn herinnering aan de mooie start van de dag nog even bezinken met mijn ogen dicht. Tot het “Goedemorgen, plaatsbewijs alstublieft” klonk. Na controle klapte ik mijn laptop open. De werkdag is begonnen.