1. Home
  2. Moestuin
  3. Biologische bestrijdingsmiddelen voor je tuin

Biologische bestrijdingsmiddelen voor je tuin

Biologische bestrijdingsmiddelen voor je tuin
0

Ziekten en plagen komen in elke tuin weleens voor. Dan is het soms nodig om in te grijpen, want onkruid, slakken, insecten en rupsen kunnen korte metten maken met je planten en borders. Grijp niet automatisch naar chemische pesticiden, want die zijn veelal erg slecht voor mens en milieu. We hebben gelukkig een heel arsenaal biologische methodes om effectief ziekten en plagen te bestrijden.

Uitgangspunt van een biologische aanpak is het streven naar balans. Gezonde planten zijn minder vatbaar voor ziekten en worden ook minder snel aangevallen door plaagdieren. Te veel of te weinig van iets betekent zwakke planten die zich slecht kunnen verdedigen. Denk hierbij aan water, mest of een verkeerde combinatie van planten. Niet tegen maar met de natuur werken is dus het devies. Chemische pesticiden werken op den duur tegen je omdat je vaak naast de slechte ook de goede organismen doodt wat weer van effect is op de hele voedselketen. Daarnaast: je wilt ook geen chemische rommel uit je moestuin op je bord.

Veel tuinproblemen zijn onder te te verdelen in twee hoofdgroepen: beestjes en plantjes (onkruid). We beginnen met de eerste groep:

Beestjes bestrijden

De beste bescherming tegen beestjes is meestal… ándere beestjes. Dat klinkt misschien vreemd maar toch is het zo. Als je bijvoorbeeld last hebt van rupsen zijn vogels zoals mezen prima bestrijders. Merels en lijsters zijn kampioen slakken verdelgen en lieveheersbeestjes lusten pap van luizen. Ook insecten zoals sluipwespen, wantsen en gaasvliegen zijn meedogenloze rovers die luizen, rupsen en bladvlooien leegzuigen en bovendien de eitjes en larven van ongewenste insecten opeten.

Rupsen
Rupsen: vaak prachtig maar echte veelvraten

Insecten bestrijden

Sterke planten hebben beduidend minder last van insecten. Het allerbelangrijkste is dus dat je planten het zoveel mogelijk naar hun zin moeten hebben, zodat ze sterk zijn en hun interne afweersysteem optimaal is. Zorg dus dat je planten de ruimte hebben en dat de grond los, vochtig en vol organisch materiaal is. Werk het liefst met organische voeding en geef bewust water. Onderzoek welke grond en welke hoeveelheid zonlicht het meest optimaal is voor de planten en de gewassen die je wilt beschermen. Mocht je toch last hebben van insectenplagen, denk dan aan de volgende maatregelen:

  • Hang mezenkastjes op. Een koppeltje koolmezen kan in het seizoen wel tienduizend rupsen en insecten verdelgen door ze op te eten en aan hun jongen te voeden. Echte bestrijdingskampioenen dus.
  • Een insectenhotel trekt allerlei insecten aan en is eenvoudig te maken,
  • Gaas spannen. In de handel is speciaal insectengaas beschikbaar dat je bijvoorbeeld over je uien of kolen kan doen. Heel effectief tegen rupsen (koolwitjes!) en vliegjes. Het gaas gaat jarenlang mee en verdien je vanzelf terug.
  • Goede buren / Slechte buren: combinatieteelten zoals wortels en ui. De ui houdt de schadelijke wortelvlieg op een afstand. Andersom kan ook: een vlinderstruik (Buddlea) in je moestuin is niet handig als je geen rupsen wil. Dit is echt iets om in de gaten te houden net als:
  • Teeltrotatie: werk in je moestuin volgens een strikt rotatieschema. Aardappels poot je maar eens in de vier-vijf jaar op dezelfde plek om problemen met aaltjes (aardappelmoeheid) en schimmels te voorkomen
  • Als je tenslotte niet anders kúnt is er ook een biologisch middel om mee te spuiten. Het natuurlijke insecticide Pyrethrum (ook wel Pyretrine genaamd) wat wordt gewonnen uit het sap van de Afrikaanse margriet en is zeer effectief tegen insecten. Let wel op: je doodt alle insecten dus ook de goede. Soms kun je echter niet anders zoals bij een uitbraak van de buxusmot.
  • Tenslotte kan je rupsen (net als slakken) effectief bestrijden met nematoden. Dit zijn microscopisch kleine aaltjes die de rupsen en slakken van binnenuit opeten. Je spuit ze over de besmette planten.
insectenhotel
Een insectenhotel

Slakken bestrijden

Er zijn twee soorten slakken: huisjesslakken en naaktslakken. Met name die laatste kunnen een plaag worden. Slakken worden actief vanaf april. Als je ze dan al kunt wegvangen voorkom je dat ze eitjes leggen en heb je de rest van het seizoen veel minder last van ze. Per leg kunnen ze wel 400 eitjes leggen, dus dit is echt een goede tip. Voorkomen is het halve werk.

Slakken voorkomen:

  • Wegvangen: als je ze ziet ruim je ze gelijk op en laat je ze ergens ver van je tuin weer los. Minstens twintig meter is de norm.
  • Geef planten alleen ’s ochtends water. Slakken houden niet van droge grond en zijn met name in de nacht actief. Door in de avond water te geven creëer je dus een paadje voor de slakken over de natte grond.
  • Laat kikkers, egels en vogels toe in je tuin; jaag ze niet weg want ze kunnen grote hoeveelheden slakken eten. Ook insecten als duizendpoten smullen van slakken. Door bij droog weer de grond om te woelen kunnen deze bestrijders makkelijker bij de slakken komen.
  • Heb je gras in of langs je moestuin? Hou het gras aan de randen dan zo kort mogelijk want slakken schuilen graag onder lang vochtig gras
  • In de handel zijn allerlei slakkenbarrières te koop die je om je planten heen kunt leggen. Scherp zand, koperen plaatjes etc. ze werken allemaal redelijk.
  • Koffieprut en (hele sterke) koffie is ook een probaat middel: strooi of giet het om je planten heen. Hoe sterker hoe beter: slakken houden niet van caffeïne.

Slakken bestrijden:

  • Slakken zijn dol op het gist in bier. Graaf bakjes half gevuld met bier in langs de randen van je perceel en de slakken zullen er in verdrinken.
  • Strooi slakkenkorrels. Let wel goed op dat je korrels koopt met ijzerfosfaat (ferri fosfaat)als werkzame stof. Deze stof is onschadelijk voor de andere organismen en dieren in je tuin. Korrels met metaldehyde of methiocarb zijn ook voor andere dieren giftig, dus gebruik deze liever niet.
  • Tenslotte kun je spuiten of gieten met aaltjes (nematoden). Dit zijn kleine beestjes die de slak binnendringen en hem van binnenuit bestrijden. Let wel: nematoden werken alleen als de temperatuur boven de 6° Celsius is.

Mollen en woelmuizen bestrijden

Mollen en woelmuizen kunnen je tuin en gazon grondig om zeep helpen. Je hebt twee opties: vangen of verjagen.

  • Mollen vangen doe je met een klem of, veel vriendelijker voor de mol, met een vangbuis. De gevangen mollen (en woelmuizen) laat je ergens anders weer los
  • Het verjagen van mollen kan met speciale trilstaven die een geluid produceren waar mollen een hekel aan hebben
  • Geur is de laatste optie om mollen en woelmuizen te verjagen. Hiervoor zijn zakjes te koop die een voor de mol en muis vervelende geur afgeven. Je kunt ook de Keizerskroon (Fritillaria imperalis) poten. Mollen vinden de geur van deze bollen verschrikkelijk én jij hebt prachtige bloemen in je tuin!
Fritillaria imperialis
De Keizerskroon: prachtig en effectief tegen mollen

Onkruid bestrijden

Over de bestrijding van onkruid kunnen we kort zijn. Gif spuiten of strooien werkt alleen op de hele korte termijn. Uiteindelijk komt onkruid altijd weer terug en het gebruik van chemische middelen is dus meestal zinloos. Voorkomen door goed onderhoud is de eenvoudigste en beste oplossing tegen onkruid. Je zult zien dat als je regelmatig schoffelt met een goede schoffel, veegt of wiedt de hoeveelheid onkruid langzaam maar zeker afneemt. Belangrijk is dat je er voor zorgt dat onkruiden geen zaad kunnen maken en dat je de wortels van onkruiden zoals kweekgras en brandnetels opgraaft en afvoert. Dus niet op de composthoop, want dan komt het weer in je tuin terecht, maar in de groene kliko.

  • Wieden en schoffelen: geef onkruid niet de kans in bloei te komen zodat het zaad kan maken. Je zal zien dat na de langste dag (rond 21 juni) de onkruiddruk aanzienlijk afneemt.
  • Bedek je bodem: overal waar zwarte grond en licht is kunnen onkruiden kiemen. Werk dus met mulch (gemaaid gras), bodembedekkers of vaste planten om de onkruiddruk omlaag te brengen.
  • Veeg je bestrating: door regelmatig te vegen verwijder je zaden en aarde waarin die zaden kunnen ontkiemen.

Tot slot: denk ook eens na over de (sier-)waarde van onkruid. Moet alles altijd maar ‘keurig en netjes’ of kun je ook op een andere manier naar de natuur kijken? Ook hier geldt: meewerken met de natuur werkt uiteindelijk beter dan proberen de natuur te beheersen.

Als laatste nog een leuk filmpje van onze vrienden van het Vlaamse Velt vol met tips over biologische bestrijding: