Wil je graag een natuurlijke vijver, maar weet je niet waar je moet beginnen? Vijverfanaat Thomas Pijnacker legde er een aan en deelt een paar van zijn gouden tips. Het belangrijkste: laat de natuur zijn werk doen.
Thomas: “Ik wilde graag een natuurlijke vijver met een natuurlijke uitstraling en een natuurlijke filtering.” Hij kwam al snel tot de conclusie dat als de verhoudingen tussen de hoeveelheid water, vissen en beplanting kloppen, dat de natuur de rest vanzelf doet.
Vissen in de natuurlijke vijver
“Puur toevallig ben ik wat betreft vissen op koi uitgekomen. De stelregel voor het houden van koi, is één koi op één kuub water. Ik ben in loop der tijd daarvan af geweken. Je beperken in de hoeveelheid koi betekent uiteindelijk dat het evenwicht veel stabieler is, dan de vertrouwde regel 1 op 1. Je kan beter één koi op drie kuub houden. Dan wordt het leven in plaats van overleven.”
Oever- en waterplanten
Thomas koos voor veel nitraatminnende oever- en waterplanten. “Hiervoor moet je denken aan gele lis, blauwe lis, waterkers (ook lekker als sla!) en watermunt. Deze planten groeien van de vissenpoep (nitraten) en onttrekken zo de nitraten, die gevaarlijk zijn voor je vissen, aan het water. En heel belangrijk: nitraat is ook voer voor de algen, draad- of zweefalg.”
Zweefalg verdwijnt vanzelf
“Ieder jaar na de lente, wanneer de temperatuur weer lekker begint op te lopen, is de kans op zweefalg groot met als resultaat erwtensoep. Het water is dan groenig, niet helder. Zweefalg zie je eerder dan dat de waterplanten en oeverplanten gaan groeien. Geen stress. Je ziet de vissen wel als ze bij het voeren naar boven komen. De zweefalg is ook voedsel voor ze, geef ze dan ook wat minder voer. Met het groeien van de water- en oeverplanten verdwijnt de zweefalg weer. De zweefalgperiode duurt in de regel een maand. Ik maak me er niet druk om. Ik vijver op het ritme van de natuur. Lekker ontspannend dus.”